Elke papegaaiensoort heeft zijn eigen dieet, iets waarmee te weinig rekening wordt gehouden bij papegaaien als huisdier met ziekte tot gevolg. Papegaaien zijn bovendien intelligent en de meesten zijn groepsdieren; het zijn niet de makkelijkste huisdieren.
Zo leeft bijvoorbeeld de blauwgele ara van zaden, vruchten en noten, terwijl de grote geelkuifkaketoe een dieet heeft van zaden, keverlarven en wortelstokken.
Voornoemd voedsel is wat de dieren zelf verzamelen in de natuur. Het precies nabootsen van het natuurlijke dieet is in veel gevallen onmogelijk, gezien de ontzettend brede variatie aan voedsel die sommige papegaaiensoorten eten. Dat in de natuur bepaalde producten vaak worden gegeten, zegt wel iets over de behoeften. Een aantal papegaaiensoorten eet in de natuur veel vetten. Het gaat dan vooral om noten en in het bijzonder palmnoten. De behoeften van papegaaien in gevangenschap en in het wild zijn uiteraard ook niet hetzelfde, vanwege de andere leefomstandigheden.
Per vogel moet worden bekeken wat de behoeften zijn: is het dier beweeglijk en actief, is het gekortwiekt, is het in de rui? Afhankelijk van de activiteit en toestand van het dier moet de energiebehoefte worden vastgesteld.
Calcium is belangrijk voor de stevigheid van het skelet, maar voor de opname van calcium is vitamine D3 nodig. Daglicht (werkt niet met raam ertussen) is nodig voor de aanmaak van vitamine D3. Vitamine D3 toevoegen aan het voer kan ook, maar in grote hoeveelheden is het giftig. Het is dus niet zo eenvoudig om een papegaai gezond te houden.
In de Pakara Nieuwsbrief van maart worden een aantal kant en klare voermengsels voor papegaaien onder de loep genomen.